Koninklijk koetshuis
Op de boerderij van familie Eikendal aan de Wittekruisweg stond in de 19de eeuw de plaggenhut van Marinus Ploeg. Marinus trouwde in 1850, werd koetsier voor de Oranjes en bouwde zijn eigen boerderij. In het koetshuis stonden paard en rijtuig van koning Willem III, die zich vanaf paleis het Loo met een tussenstop bij de Woeste Hoeve regelmatig door Ploeg naar Arnhem liet rijden. Het echtpaar Ploeg had twee zonen Marinus en Jan. Marinus bleef vrijgezel en na zijn dood kwam familie Eikendal op de boerderij. Eikendal was handelaar, zijn zoon en diens zoon Ruth, op de foto voor het voormalig koetshuis, waren landbouwer. Kleinzonen Rik en Mark, van Ruth's zoon Dirk Jan, hebben het koetshuis omgebouwd tot een bar met zithoek. Jan Ploeg, broer van Marinus, kreeg samen met Marie de Groot, dienstbode van de familie, kinderen Gaart en Riek. Zij, en daarna Gaart met vijf kinderen, woonden op de plek waar familie Van Emmerik nu woont.