Juf Steenbergen, altijd al juf in Oosterhuizen
‘Voor mij is elke dag een feestje, ik zou hier niet meer weg willen, voor geen goud.’
Juf Steenbergen, zo kennen we Toos Steenbergen in Oosterhuizen. Een juf die haar sporen in het onderwijs dik verdiend heeft en meerdere generaties Oosterhuizenaren leerde lezen, weet van geen ophouden en werkt nog steeds op obs Oosterhuizen. Gelukkig maar, want wat is onze school zonder juf Steenbergen.
Juf Steenbergen is de eerste inwoner van Oosterhuizen die we als buurtverbinders interviewen voor de rubriek ‘In het zonnetje'. Omdat ze het verdient, en omdat we menen dat ook de nieuwe inwoners van ons dorp deze bijzondere juf zouden moeten kennen. Het liefst zouden we alle juffen en meesters interviewen maar we moeten ergens beginnen.
Als je kersverse echtgenoot werkt in Arnhem en woont in Apeldoorn, en jij bereid bent om te verhuizen naar de Veluwe, dan ga je samen wonen in Oosterhuizen. Op een plek bij Apeldoorn, waar je je eigen huisje kunt bouwen. Dat was voor Toos Steenbergen-de Groot de start in ons dorp.
Het is 1939 als Toos de Groot wordt geboren in Breda. Voordat ze in 1966 naar de Veluwe kwam, werkte Toos als onderwijzeres in Brunssum. En net voordat ze in Maastricht aan de slag wilde, ontmoette ze haar man Cor Steenbergen, tijdens een bijeenkomst in Utrecht. Ze verhuisde naar Oosterhuizen en Toos kreeg een baan bij de School aan de Eendrachtstraat no 19. Eenmaal in verwachting van hun eerste baby, stopte ze met werken. Dat ging zo in die tijd. En oppas was ook al niet makkelijk te regelen. In 1972 begon juf Steenbergen als invalster op obs Oosterhuizen, als vervangster van iemand met zwangerschapsverlof. Toos had inmiddels twee dochters en mevrouw Capel kon oppassen. Maar als het niet anders kon, ging de kleine Annemarie gewoon mee naar school, en sliep op een matrasje in de klas. Ook dat kon in die tijd.
‘Begin jaren 90 werd hoofdmeester Bruins opgevolgd door juf Janny de Jongh. Bruins staat bekend om zijn begeleiding van kinderen die extra aandacht nodig hadden. Kinderen kwamen van heinde en ver naar onze school. Hij had een groot hart voor probleemkinderen en gaf tot op hoge leeftijd bijles thuis. In het team was er afstand tot het hoofd van de school. Er was geen overleg, de directeur besliste. Met de komst van juf de Jongh veranderde dat. Er brak een tijd aan waarin het team centraal stond, met een sfeer van het samen doen, en vertrouwen in elkaar. Ook in deze tijd kregen kinderen de aandacht die ze verdienden, maar een verwijzing voor sommige leerlingen naar speciaal onderwijs pakte ook goed uit. In deze tijd veranderde de rol van de gemeente, toen werkgever van het openbaar onderwijs; een school kreeg jaarlijks een budget en daar moest je het mee doen. In de periode daarvoor stuurde je de rekeningen naar de gemeente en had je er als school verder geen omkijken naar.’
‘De school was, net als nu, betrokken bij de buurt, en de buurt bij de school. Dat is het mooie aan een dorp, met een kleine school, waarin je elkaar kent en de sociale controle in positieve zin een rol heeft’, zo gaat juf Steenbergen verder. ‘Ik ken de families, en heb meerdere generaties leren lezen. Neem bijvoorbeeld Gerrie Kuiper, ik had haar in de klas en daarna dochter Kim Hertgers, en nu Kim’s zoon Sven van Gerrevink. Ik vind het bijzonder dat ik vele kinderen heb kunnen leren lezen. Dat vind ik de basis van waaruit kinderen zich verder kunnen ontwikkelen. Ik geef nog steeds bijles op school en daar geniet ik erg van. Ik kan de kinderen zo toch nog iets meegeven. En er is waardering van het team, voor wat je doet. Dat is al zo sinds Janny de Jongh hoofd van de school is. Dat is haar grote verdienste.’
‘De saamhorigheid in het dorp is groot. Daar ben ik blij mee. Als het stormt, belt de buurvrouw of ik boodschappen nodig heb. Een buurman sluit de kranen af in de winter, en ik heb hulp bij de ramen. De jongens van Capel verzorgen de tuin. Zo kan ik fijn blijven wonen op mijn eigen plekje. Ik heb mijn auto verkocht en doe alles op de fiets. Toen ik laatst van de tandarts terugkwam, was het al donker. Het fietspad langs het kanaal was slecht verlicht. Ik ben gaan lopen omdat ik bang was dat ik het kanaal in zou fietsen. Er stopten meerdere voorbijgangers, met de vraag of ze iets voor me konden betekenen. Heel vriendelijk allemaal. Ik heb de Dorpsraad gevraagd of er iets aan gedaan kon worden. Karin van Essen pakte het op en in mum van tijd stonden er lantaarns langs het fietspad. Niet teveel maar toch, er wordt naar je geluisterd. Dat zijn de fijne dingen van het platteland. Maar de wereld wordt wel individueler. Het is zaak om de nieuwe inwoners erbij te houden. Saamhorigheid is belangrijk; je wilt hier allemaal op een goede manier oud worden.’
‘De buurtsite onsoosterhuizen.nl volg ik trouw en ik lees alle berichten. Zoals ik al eerder zei, zou ik het op prijs stellen als er ook familieberichten geplaatst zouden worden. Zodat je weet wie er geboren wordt, en waar mensen overlijden. Zodat je er eventueel langs kunt gaan. In de Stentor staat ook niet alles meer. En bovendien wordt de krant minder gelezen.’
Oosterhuizen, 11 april 2018
Hanneke Stegeman, buurtverbinder onsoosterhuizen.nl
Ps. Het lukte me niet om Toos te zeggen. Ik had het me wel voorgenomen. Ik vind het zelf ook prettig als mensen je en jou tegen me zeggen, zeker nu ik ouder word. Maar Toos Steenbergen-de Groot is en blijft juf Steenbergen, en daar zeg je gewoon U tegen. Om wie ze is: een bijzondere en kranige dame! Dat juf Steenbergen nog maar lang en gelukkig in Oosterhuizen mag wonen!
De volgende personen die we gaan interviewen zijn Hendrik Groeneveld en de heren van het Oranjefeest. Wordt vervolgd!